Een vwo-opleiding omvat atheneum en gymnasium. Je krijgt er uitsluitend algemene theorievakken. Het tempo ligt er bovendien hoog en de opleiding duurt zes jaar. Je leert dus veel. Daarna kun je rechtstreeks door naar de universiteit. De letters vwo staan voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs. Met wetenschappelijk onderwijs wordt de universiteit bedoeld.
Er is geen niveauverschil tussen atheneum en gymnasium. Echter, het enige verschil is dat je op het gymnasium extra vakken krijgt: klassieke culturele vorming, Latijn en Grieks. Op het gymnasium moet je ook in een van de twee klassieke talen eindexamen doen.
Naast Nederlands en Engels krijg je op het vwo in elk geval nog twee moderne vreemde talen, meestal Frans en Duits. Met Grieks en Latijn daarbij leer je dus op het gymnasium meteen al zes talen! Op sommige scholen mag je in de onderbouw een van de moderne vreemde talen vervangen door Spaans, Russisch, Italiaans, Arabisch, Turks of Chinees. In Friesland is bovendien Fries nog een verplicht vak in de onderbouw.
In de bovenbouw van het vwo kun je kiezen uit vier richtingen of profielen:
• Natuur en techniek
• Natuur en gezondheid
• Economie en maatschappij
• Cultuur en maatschappij
Bij elk profiel hoort een aantal verplichte vakken plus een of twee profielkeuze vakken en één vak in het vrije deel. Ook moet je als vwo’er verplicht een profielwerkstuk maken. Een aantal vakken kun je afronden met een schoolexamen. Je doet vervolgens centraal eindexamen in acht vakken.
Brede scholengemeenschappen bieden over het algemeen de keuze uit atheneum of gymnasium. Het voordeel is dat je dan vrij gemakkelijk kunt switchen tussen atheneum en gymnasium. Maar er zijn ook overal in Nederland zelfstandige gymnasia. Dit zijn kleinere scholen waar alle leerlingen de gymnasiumopleiding volgen. Bovendien zijn daar ook vaak veel mogelijkheden voor extra activiteiten voor excellente leerlingen.
Meer informatie over het vwo en het zelfstandig gymnasium in de VO Gids
Meer informatie over de vakken op het vwo