Heeft je leerling een IQ tussen de 55 en 80, met een leerachterstand van minimaal drie jaar in lezen en/of rekenen? Of zal een van je leerlingen door sociaal-emotionele problemen ook met extra aandacht het vmbo-niveau niet kunnen halen? Dan kan deze leerling wellicht worden toegelaten tot het praktijkonderwijs.
In deze film laten 23 jongeren van scholen voor praktijkonderwijs zien welke werkzaamheden zij verrichten op hun stagebedrijf of werkplaats. Daarmee geeft het een goed beeld van de mogelijkheden binnen praktijkonderwijs.
Op het praktijkonderwijs, de naam zegt het al, leren de leerlingen vooral door bezig te zijn in de praktijk. Door te doen, dus. Dit type onderwijs leidt de leerlingen zo in de eerste plaats op voor de arbeidsmarkt, maar kan leerlingen ook voorbereiden op een vervolgopleiding in het mbo. De scholen streven ernaar hun leerlingen op taal- en rekengebied te onderwijzen in de richting van het zogeheten niveau 1F. Dit is het niveau waarop de meeste kinderen instromen naar het voortgezet onderwijs, en waarmee doorstroom naar het mbo (niveau 1) mogelijk wordt.
Het onderwijs is gegroepeerd rondom vier thema’s: wonen, werken, vrije tijd en burgerschap. Omdat iedereen andere ambities, interesses en mogelijkheden heeft, volgt elke leerling een eigen leerroute. Dit wordt nauw afgestemd met de leerling en de ouders
In leerjaar 1 en 2, de oriënterende fase, ontdekken leerlingen wat ze leuk vinden en waarin ze goed zijn. Naast de algemeen vormende vakken zoals taal en rekenen, krijgen ze praktijkvakken en lessen in sociale vaardigheden. Vanaf leerjaar 3 start de specialisatiefase. Leerlingen kiezen een richting: techniek, groen, economie of zorg & welzijn. In deze fase zijn er steeds meer praktijklessen naast de basislessen. Daarmee zijn de leerlingen klaar voor de volgende stap: de stages van leerjaar 3 en 4 en 5.
Praktijkonderwijs is bedoeld voor leerlingen (tot en met 18 jaar) die wel een vak kunnen leren, maar voor wie het vmbo te zwaar is. Ook als ze daarbij extra ondersteund worden. De kennisverwerving in het reguliere onderwijs gaat voor hen bijvoorbeeld te snel.
Leerlingen kunnen in aanmerking komen voor een indicatie TLV-PrO, die jullie school bij een Samenwerkingsverband Passend Onderwijs aanvraagt. Daarmee kan de leerling worden toegelaten tot het praktijkonderwijs. De volgende landelijke toelatingscriteria worden gehanteerd:
– Het IQ van de praktijkschool leerling ligt tussen 55 en 80;
– De leerling heeft een leerachterstand van drie jaar of meer op twee van de volgende domeinen:
Waarvan één van de domeinen inzichtelijk rekenen of begrijpend lezen moet zijn.
“Het praktijkonderwijs zorgt ervoor dat kinderen weer trots kunnen zijn op zichzelf”, heeft een bevlogen directeur van een Amsterdamse praktijkschool gezegd. Daarmee sloeg hij de spijker op de kop. Als leerkracht van groep 8 weet je als geen ander dat leerlingen die naar het PrO gaan het niet makkelijk hebben op de basisschool. Ze hebben moeite met de lesstof en beleven daardoor vaak weinig succeservaringen.
Op het PrO leren leerlingen door te doen, met de nadruk op wat ze wel kunnen. Een leraar staat dus niet alleen voor de klas, maar is nadrukkelijk ook coach en begeleider. Door positieve ervaringen gaan leerlingen zich weer prettig voelen op school. Zij kunnen zichzelf zijn, durven vragen te stellen. Op het PrO komen ze in een omgeving waarin ze alle ruimte krijgen om zich te ontwikkelen op een manier en in een richting die bij hen past. Ook leren zij hoe ze zelfstandig kunnen werken. Hun zelfredzaamheid wordt daarmee vergroot, zodat ze hun sociale vaardigheden ontwikkelen en praktische zaken leren uitvoeren, zoals koken, persoonlijke verzorging en het bijhouden van het huishouden.
Oud-leerlingen komen te werken in de metaal- of houtbewerking, in de bouw en bestrating, maar ook in de groenvoorziening of de verzorgende sector, schoonmaak, detailhandel, productie of in een magazijn. Sommigen stromen door naar een mbo 2 opleiding.
Tijdens hun opleiding halen leerlingen branchecertificaten, bijvoorbeeld voor verkoop- of magazijnmedewerker, medewerker groenvoorziening of heftruckchauffeur. Soms is het mogelijk op het PrO al een mbo niveau 1 diploma te halen door de samenwerking met een regionaal mbo.
Sinds 2022 krijgen ook leerlingen van het PrO (en het VSO) een officieel diploma. Het werkt iets anders dan bijvoorbeeld een havo diploma omdat de leerroutes zo persoonlijk zijn. De school bepaalt wie voor een diploma in aanmerking komt en een bijgaand portfolio geeft een goed beeld van wie de leerling is en wat hij/zij/die heeft ontwikkeld in diens tijd op het PrO.
Voor zover bekend voldoen alle praktijkscholen aan de gestelde normen, zoals de rapporten van de Inspectie van het Onderwijs aantonen. Maar liefst vijf praktijkscholen behaalden zelfs het predicaat ‘Excellente school’: zij bieden kwalitatief goed onderwijs, dat zich van anderen onderscheidt in aanbod dan wel aanpak.
In Nederland zijn ruim 175 PrO-scholen. Een aantal hiervan is verbonden aan een scholengemeenschap of een mbo. Vind hier meer informatie over de praktijkscholen in jullie regio.
Via de SchoolWijzer van de VO Gids kun je meer informatie vinden over scholen voor praktijkonderwijs in jouw regio. Vul je postcode in en filter de resultaten door ‘pro (praktijkonderwijs)’ aan te vinken.
Wil je meer weten over het praktijkonderwijs in Nederland?
De Sectorraad Praktijkonderwijs biedt achtergrondinformatie en blogs over het praktijkonderwijs.